Na de commotie over de verloren gegane volle winst in Nijmegen heerste in Volendam een gevoel van nieuwe kansen tegen Sparta Rotterdam. Die hoop werd al vroeg de grond in geslagen, maar na knap herstel en een domper kort voor rust liet Sparta na rust zien wat het verschil was tussen een ervaren ploeg en een elftal in opbouw, zoals FC Volendam zich nu toont. Met 1-4 was de afstraffing niet alleen pijnlijk hard, maar werden ook de euvels waarmee de technische staf kampt keihard op het veld zichtbaar.

Al na een paar minuten liet Darius Johnson zien wat het manco is van de huidige buitenspelers. Omdat zij, al dan niet in opdracht, voortdurend de dribbel opzoeken om kansrijk op doel te schieten, is balverlies eerder aanstaande dan juichen van het publiek. In plaats van af te geven werd de bal verspeeld, wat Sparta Rotterdam in no time voor het Volendammer doel bracht.

Dat leverde meteen pijnpunt twee op. De ingeschoten bal had een prooi voor de keeper moeten zijn, maar met kunst en vliegwerk werd het een corner. Vriens had weinig moeite om de 0-1 aan te tekenen. Opnieuw een hoekschop die door de Volendamverdediging slecht ingeschat werd. Gelukkig voor FC Volendam was het een paar minuten later toch feest op de tribunes. Na eerder hoog over geschoten te hebben wist Milan de Haan nu wel van zestien meter onberispelijk raak te schieten.

In het vervolg van de eerste helft waren de ploegen optisch aan elkaar gewaagd, maar vanaf de bank zal goed ingeschat zijn dat de vijfmansverdediging van Sparta alleen maar uit was op een straffe counterkans. Die kwam kort voor rust. FC Volendam was naarstig bezig, in de geest van Cruyff en volgens de filosofie van Matthias Kohler, alles op de aanval te zetten. Benaissa Benamar schoof veelvuldig in, Damon Mirani was meer naast dan achter Milan de Haan te vinden. Met tien man voor de bal was balverlies dodelijk. Kitolano voelde zich als een vis in het water toen hij kansrijk mocht aanleggen. De counter van Sparta was een rijkelijk loon op dat moment.

Tweede helft

Wie na rust dacht dat FC Volendam gemotiveerd uit de kleedkamer kwam, zat bedrogen op de tribune. Van het vermakelijke kijkspel in de eerste helft was niets meer over. Sparta Rotterdam had voor de vijfsmansverdediging ook een kleine bus voor Olij neergezet. Door Rijsdijk was goed ingeschat dat dit Volendam machteloos was. Een kwestie van geduld zou zeker beloond worden. FC Volendam creëerde geen enkele bruikbare kans, er zat geen diepte in het spel, achterin was het niet alleen voortdurend een tikkie breed, ook de weer niet sterk keepende Mio Backhaus moest de een na de andere bal ver het veld in brengen, van pressie op het Rotterdamse doel kon geen sprake zijn.

Sparta had een moordmiddag. Zonder zich nog in te moeten spannen zorgde het veel te lage tempo van FC Volendam amper voor gevaar. Ook de wissels brachten niets in. Spelers die in het vorig seizoen voor diepte konden zorgen en aanvallend tot kansen kwamen, zijn in de zomer opgedoekt. Als het halverwege de tweede helft voor geen meter loopt en de amper ervaren Zach Booth en Garang Kuol moeten de ploeg over het dode punt heen brengen, weet iedere volger van FC Volendam dat de kansen zich daarna niet opstapelen. Dat kan die spelers niet kwalijk genomen worden. Wie wekenlang in een Onder-21 elftal speelt en daarin de ene na de andere teleurstelling oploopt, loopt niet over van zelfvertrouwen. Dat betaalde zich uit in de slotfase.

Twee doelpunten mochten de Rotterdammers nog scoren. De derde goal viel ook weer uit een corner, iets dat dit seizoen al menig goal gekost heeft. De verdediging staat niet goed en Mio Backhaus is niet de rots die gehoopt was. Het vierde doelpunt van ruim twintig meter was mooi voor de statistieken van de gasten, maar voor FC Volendam toch wel een signaal dat er iets moet gebeuren. Misschien kan Barry Lauwers in de bekerwedstrijd tegen Excelsior Maassluis laten zien dat er wellicht een oplossing is.

Vorig jaar was het op 12 november FC Volendam – FC Utrecht (0-4), een absoluut dieptepunt in de voorbije competitie, waarna de winterstop en Qatar zich aandienden. In die winterstop en in het trainingskamp in Spanje werden alle koppen een kant uit gericht met lijfsbehoud tot gevolg. De keuzes vanaf januari bleken goud waard.