Zonder de heren Calkoen en Tuijn waren er veel waardevolle historische voorwerpen uit Edam verloren gegaan. Het Edam Museum eert haar oprichters van 130 jaar geleden met een speciale jubileumtentoonstelling. “De oprichters wisten van alles te redden”, zegt conservator Julie Hengeveld.

Het verhaal van het Edams Museum begon aan het eind van de negentiende eeuw, toen veel historische gebouwen op het punt stonden gesloopt te worden.

Burgemeester Hendrik Johan Calkoen en wethouder Willen Janszoon Tuijn konden het niet aanzien en besloten één van de panden op te kopen vanuit de gemeente om het te redden van de sloop. Ze vonden er namelijk mooie, oude vloeren en houtsnijwerk.

Het pand werd een museum, één van de eerste stedelijke musea in het land. De oprichters werden gesteund in hun actie door deskundigen die zich inzetten voor het behoud van architectonisch erfgoed.

Julia vertelt dat er in de begindagen veel werd geschonken aan het museum. “Dat kwam omdat er advertenties in de krant werden gezet. Er zou een nieuw museum komen, dat moet je natuurlijk ook wel vullen. Er werd ook veel aangekocht, maar dat kostte niet veel geld. Er was een bakker aan de overkant, waar snuisterijen werden gekocht: potjes en pannetjes. Daarmee kon het museum goed worden ingericht als een 16e-eeuws oud binnenhuis.”

Julia is er nog steeds blij mee dat de oprichters de liefde voor Edam en de geschiedenis koesterden. “Dat is fijn, daar kunnen wij als nageslacht van profiteren.”