Niet voor het eerst dit seizoen lijkt FC Volendam naar de arbitragecommissie te moeten gaan. Oud-speler Micky van de Ven vindt dat hij nog recht heeft op 450.000 euro vanwege eerder gemaakte afspraken, zo meldt De Telegraaf. De verdediger vindt dat hij recht heeft op tien procent van de netto transferopbrengst. Het gaat hierbij om de transfer van VfL Wolfsburg naar Tottenham Hotspur.
Van de Ven vertrok – na veel bombarie – in de zomer van 2021 bij Volendam naar Wolfsburg. Het leverde Volendam een transfersom van 3,5 miljoen euro op, waarvan 350.000 euro voor Van de Ven was. Dat geld heeft hij inmiddels ontvangen.
Bij zijn transfer van afgelopen zomer haalde Volendam 4,5 miljoen euro binnen aan doorverkooppercentage (12,5 procent). Volendam is het daar niet mee eens en vindt dat alleen de eerder genoemde 3,5 miljoen euro hoort bij de netto transferopbrengst.
Schikking
Volgens De Telegraaf was de jonge verdediger bereid om 75.000 euro van de 450.000 euro te schenken aan de club als regeling. Volendam-voorzitter Jaap Veerman ging niet mee in het voorstel om het overgebleven bedrag 375.000 euro te betalen in tien termijnen. Veerman wilde echter alleen schikken voor 300.000 euro.
Door het meningsverschil stapt Van de Ven nu naar de arbitragecommissie en moet Volendam opnieuw naar Zeist. Dat gebeurde eerder dit seizoen al twee keer rondom de transfer van Carel Eiting en onlangs rondom de ontslagen van Matthias Kohler en Wim Jonk. Het blijft dus buiten de lijnen onrustig in Volendam.