Voor veel sporters roepen de Olympische Spelen een bijzonder gevoel op, maar bij Jessica Schilder is dat wel heel extreem. De 25-jarige kogelstootster uit Volendam kan alleen al bij het denken aan de Spelen haar emoties moeilijk onder controle houden. “Ik probeer er niet te veel aan te denken. Dan ga ik hyperventileren.”

In 2021 deed ze voor de eerste keer mee aan de Olympische Spelen. Wat een droom moest zijn die uitkwam, eindigde in een nachtmerrie. Schilder had nog oude coronacellen in haar lichaam. Daardoor was het tot kort voor haar wedstrijd nog spannend of ze kon starten. “Nu is het als het goed is wat relaxter. De voorbereiding is wat makkelijker.”

Doordat ze in Tokio al kennis heeft gemaakt met het evenement, weet ze waar ze aan toe is. Ondanks de strenge coronaregels, staat het nog altijd goed op haar netvlies. “Het was zo mooi. Het is natuurlijk een andere situatie, maar het blijven wel de Olympische Spelen. Ik ben heel blij dat ik in die ring heb gestoten.”

Tattoo

Voor Schilder zijn de Olympische Spelen dusdanig speciaal dat ze een tatoeage heeft laten zetten na Tokio. Ze had al Tbilisi, waar ze aan de Olympische Spelen voor de jeugd meedeed, laten tatoeëren. Straks komt daar ook nog Parijs 2024 bij. “Ik ga door totdat ik bij mijn andere pols uitkom”, zegt een vrolijke Schilder, die niet kan wachten totdat ze in de Franse hoofdstad van start mag.

Om op de Spelen te kunnen schitteren, werkte Schilder naar haar topvorm toe. Op de EK atletiek in Rome prolongeerde ze al haar Europese titel op het kogelstoten met een afstand van 18,77 meter. Dat was met een afstand waar ze niet eens heel tevreden mee was. Op de NK atletiek stootte ze met 19,79 al ruim een meter verder. Op de FBK Games in Hengelo werd de echte topvorm zichtbaar, wat met 20,33 meter verbeterde ze haar eigen Nederlandse record.

“Op de EK heb ik geleerd dat afstanden weinig uitmaken”, zegt Schilder, die simpelweg verder wil stoten dan haar concurrenten. “Ik hoop goed door de kwalificatie te komen. En in de finale kan dan alles gebeuren. We zien het wel en het belangrijkste is dat we genieten.”