Het museum Het schooltje van Dik Trom in Oosthuizen zoekt via NH Helpt naar een bijzondere schoolplaat én naar vrijwilligers die oude schooltijden doen herleven. Dat gebeurt inclusief ouderwetse kroontjespennen en houten schoolbanken, maar zónder een corrigerende liniaal. “Zo ver gaan we ook weer niet terug.”

Volgens Rein de Vries van het minimuseum wanen bezoekers van het gebouw, dat zo’n 1.200 kinderboeken in het bezit heeft, zich eventjes terug in de tijd zodra ze de drempel over stappen.

Niet alleen de inrichting is bijzonder, dat is ook de geschiedenis van het gebouw. Cornelis Johannes Kieviet, de schrijver van de Dik Trom-reeks, gaf er van 1883 tot en met 1903 les. In die tijd schreef Kieviet ook het eerste boek over het ondeugende blonde jochie.

Bijzondere plaat gezocht

Het museum oogt misschien prachtig, helemaal compleet is de collectie nog niet. Daarom hebben medewerkers een oproep gedaan bij NH Helpt. Het schooltje is namelijk op zoek naar een bijzondere schoolplaat. De Vries vertelt erover tegen Rachel Morssink, presentator van NH Helpt.

“Het schooltje is officieel gesloten in 1940”, vertelt De Vries. Het laatste sluitgat van de Afsluitdijk werd in 1932 gesloten. Een groot deel van het bestaan van de school was de Afsluitdijk nog niet af. “En daarom zijn we op zoek naar een kaart waarop Nederland nog te zien is zonder de Afsluitdijk.”

Het gaat daarbij om een grote schoolplaat die aan de muur gehangen kan worden. De kaart mag worden geschonken, maar kan ook in bruikleen worden genomen, zodat Het schooltje van Dik Trom ‘m eventueel tijdelijk kan tentoonstellen.

Misschien wel noodzakelijker is de tweede oproep van De Vries. Het museum kan namelijk nog zo mooi zijn, zonder vrijwillig helpende handen gebeurt er weinig. “We hebben vrijwiligers nodig die bezoekers begeleiden”, vertelt De Vries. “Want daar zitten we erg om te springen.”

‘Heel leuk om te doen’

Die vrijwilligers hebben de taak om bezoekers ’terug te brengen naar de tijd van toen’, aldus De Vries. “De verhalen van toen en hoe het leven eraan toeging in die tijd. Het museum is ongeveer 3,5 uur open in het weekend. Voor een keer in de maand zullen we al heel erg blij zijn.”

Volgens De Vries is het vrijwilligerswerk ‘hartstikke leuk’. “Je ontmoet verschillende mensen en legt contact met allerlei mensen. Het is heel erg leuk om te doen.”

Lessen in stijl

Niet alleen museumbezoekers komen naar de ‘geboorteplaats’ van Dik Trom, ook schoolkinderen kunnen een bezoekje brengen aan Oosthuizen en krijgen daar geheel in stijl – inclusief kostuums, kroontjespennen en houten schoolbanken – les. Leerkrachten of oud-leerkrachten die het museum met deze lessen kunnen helpen, zijn daarom ook van harte welkom als vrijwilligers.

Lijfstraffen met een harde liniaal horen gelukkig wel tot de verleden tijd. Daar hoeven (kleine en grote) bezoekers niet voor te vrezen. “Zo ver gaan we ook weer niet terug”, aldus De Vries.