Een coffeeshop zonder winstoogmerk als motor voor maatschappelijke projecten – dat is het plan van raadslid Gerard Meij (D66) in de gemeente Waterland. De opbrengsten zouden niet in de zakken van de eigenaar verdwijnen, maar naar goede doelen moeten gaan. Zoals steun voor sport- en cultuurverenigingen, hulp bij eenzaamheid onder ouderen en drugspreventie.

“Dat voelt wat tegenstrijdig”, geeft Meij toe. Geld ophalen met de verkoop van softdrugs om het vervolgens te gebruiken voor bijvoorbeeld ‘preventieve voorlichting over verantwoord cannabisgebruik’, zoals staat beschreven in de plannen. “Maar het moet een vangnet worden om problematisch gebruik en de eventuele overstap naar harddrugs tegen te houden.”

Winst investeren in maatschappelijke projecten

Uit onderzoek van GGD Zaanstreek Waterland blijkt dat 18 procent van de jongvolwassenen tussen de 16 en 25 jaar oud in 2024 de afgelopen maand had geblowd. Dat is een daling van 1 procent in vergelijking met het jaar ervoor. “Die mensen halen dat nu nog in coffeeshops in Purmerend en Amsterdam. Of via een dealer”, vertelt Meij. “Als een dealer geen wiet meer heeft, maar wel andere dingen, dan kom je makkelijker in aanraking met harddrugs.”

Het raadslid wil dat Waterlandse wietgebruikers voortaan terechtkunnen in een lokale, gereguleerde en ‘schone’ coffeeshop. Deze zou moeten werken met beveiliging, geteste cannabis en een pasjessysteem om de verkoop te controleren. In Zwijndrecht en Bussum staan al coffeeshops met een vergelijkbare insteek. “In Zwijndrecht houden ze nu jaarlijks een half miljoen over voor maatschappelijke doeleinden”, vertelt Meij.

In dit model wordt de winst niet gebruikt voor commerciële doeleinden, maar geïnvesteerd in maatschappelijke projecten. Dit kan gaan om initiatieven die helpen cannabisgebruik beter te reguleren, jongeren beschermen tegen harddrugs en bredere sociale doelen ondersteunen, zoals voedselbanken, cultuurverenigingen en gehandicaptenzorg. Een tweekoppig bestuur en een raad van toezicht moeten zorgen dat het geld op de juiste plekken komt. Het personeel van de coffeeshop werkt niet op vrijwillige basis, maar ontvangt een salaris dat wordt betaald uit de opbrengsten van de verkoop.

Waar komt de wiet vandaan?

Wat nog niet duidelijk is, is waar de voorraad cannabis precies vandaan moet komen. Meij hoopt de voorraad via legale kwekers binnen te krijgen. Hij doelt daarmee op de landelijke wietproef, waarbij productie, distributie en verkoop van cannabis gereguleerd wordt door de overheid. In dit experiment mogen geselecteerde coffeeshops vanaf juni vorig jaar legaal geteelde wiet verkopen. Omdat er niet genoeg legaal aanbod is om de geselecteerde coffeeshops te voorzien, mogen de shops voorlopig ook hun illegale ‘achterdeurcannabis’ blijven verkopen.

Als het niet lukt om de voorraad via een legale kweker te verkrijgen, staat raadslid Meij er voor open om wiet in te kopen via een illegale leverancier. “Zo werkt dat nou eenmaal”, zegt hij. Testen en steekproeven moeten dan de kwaliteit van de cannabis garanderen. Waar de coffeeshop precies moet komen, is ook nog onduidelijk. “Monnickendam ligt natuurlijk voor de hand”, zegt de geboren Monnickendammer. “Maar dat hoeft niet.”